| busselen on Mon, 24 Feb 2003 05:21:01 +0100 (CET) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
| [Nettime-bold] Chronique Congolaise no 2 |
Dans ce message vous trouverez:
1. Chronique Congolaise no 2
2. Ne pas oublier: dates des conférences de Ludo Martens
3. Sur ce message.
Cela fait 3 semaines maintenant que nous habitons le continent africain, et
nous travaillons activement à notre intégration. J’ai pris
sur moi le côté culinaire, laissant à Sille le côté
esthétique … le côté culinaire de la question sera
abordé dans une de nos «Chroniques » ultérieures,
aujourd’hui, j’aborderai le côté esthétique
… avec accent chevelu puisqu’il s’agit des nattes de Sille
!
10 heures, voilà le temps nécessaire au chef d’œuvre
… Inutile de préciser que ce genre d’exercice de patience
n'est pas fait pour moi … Enfin, le résultat en vaut la chandelle.
Chacun se fera sa propre idée (voir les photos ci-jointes), mais moi
, je suis ravi … si ce n’est l’encombrement spatial dans le
lit conjugal ! Ces cheveux artificiels grattent terriblement, y compris pour
celui qui dort à côté. A classer donc dans la catégorie
des « A s’habituer » à coté de la forte chaleur
et de la grande consommation de bière …
Etudions d’un peu plus près ces mèches de cheveux artificielles,
dont la toute grande majorité des kinoises se parent.
Cette semaine, nous interviewons Jacques parce qu’il travaille chez Afromode,
une usine où l’on confectionne justement ce genre de « mèches
». Jacques se trouve à gauche sur la photo. Il s’agit d’une
usine sud-coréenne qui travaille avec des contrats mensuels. On y travaille
30 jours d’affilées, suivie de quelques journées de congés.
Après ce «cycle », la cérémonie de réembauche
recommence : 30 à 50 congolais attendent à la porte pour être
repris … Au début, Jacques a attendu un mois à la porte
de son usine avant d’être embauché. Cette histoire nous fait
penser au film « Daens » dans lequel on montre comment les travailleurs
au début du siècle chez nous devait aussi mendier un travail chaque
jour. Sur cet aspect d’ailleurs, la situation n’est pas très
différente de «nos » intérimaires version 2003 en
Belgique. Revenons à Jacques : quand il y a peu de travail, il arrive
que l’on ne prenne que 5 travailleurs … nombre qui peut monter à
40 en cas de forte production. Jacques a reçu un poste à la «section
grattoire » parce qu’il est plutôt bien bâti (je préfère
éviter d’enlever mon T shirt quand je suis à côté
de lui, hm ! hm !). C’est la section la plus lourde parce qu’on
y enroule les cheveux sur de grandes épines que l’on doit porter.
La tâche est tellement lourde que Jacques n’arrive pas toujours
à finir sa «semaine des 6 jours », le dimanche étant
férié. Il nous confie d’ailleurs avoir perdu du poids depuis
les 3 mois qu’il y travaille. Son salaire s’élève
à 360 Francs congolais par jours, ce qui équivaut à 1 euros.
Le tout pour une semaine de 44 heures … semaine qui peut monter à
65 heures lorsqu’il y a beaucoup de travail. Les heures sup’ étant
payées, il est vrai, 150 Francs congolais de l’heure (15 francs
belges …). Si l’on veut gagner un peu plus, on participe à
ce que le patron appelle «la course ». Le gagnant de cette «course
» à la production gagne une prime de 150 Francs congolais. Pour
obtenir le titre de vainqueur, il faut stocker 55 paquets de mèches,
ce qui semble être beaucoup à voir l’expression de notre
ami. Seul 50 à 60 % des travailleurs atteignent ce quota. Si vous comptez
que le transport coûte 100 Fc, vous comprendrez que l’on peut difficilement
parler d’un véritable salaire. Jacques rajoute d’ailleurs
: « le salaire est juste suffisant pour ne pas aller faire la manche dans
les rues de Kinshasa. C’est comme si le patron avait calculé notre
salaire sur base d’un repas par jour ». Du côté du
syndicat dans l’entreprise, c’est un «si cela ne te plaît
pas, tu peux partir, il y a assez de monde qui attend ta place » qui retentit.
Peu de différence avec le patron donc … Jacques rajoute que «de
toute façon, seul les travailleurs permanents peuvent adresser la parole
aux délégués ». Mais Jacques s’estime quand
même heureux, il a du travail « régulier », contrairement
à 90 % de la population de Kinshasa . Peut-être la fin de la guerre
d’agression rwando-oudandaise à l’Est du pays permettra-t-elle
de relancer le tissu économique .. mais ça, c’est pour une
autre Chronique Congolaise.
Raoul
ps: Si vous voulez voir les photos de notre départ pour Kinshasa, allez
voir: http://www.steun.be/kinshasa
Photo à gauche/links : Sille aide pour les nattes de Mira / Sille helpt
op haar beurt bij het maken van Mira’s vlechtjes.
Photo à droite/rechts Van links nr rechts/au-dessus, de gauche à
droite : Jacques, Eric (broer/frere Mira), twee vriendinnen van Mira, Caroline
(de kokkin), Sille ; onderaan zit Mira
Deze week ben ik druk bezig met de Congolese integratie. Het eten begint te
wennen, maar af en toe toch nog eens frietjes en rauwe groenten ! Rauwe groenten
vinden ze hier echt wansmakelijk ; hier eet men enkel gekookte groenten of saus
op basis van groenten. We konden het ons ook niet laten om eens prei in witte
saus te laten maken. En Caroline (zij kookt voor ons) was zo fier als een pauw
toen we zegden dat het smaakte als echte Belgische kost ! Raoul is van plan
om ons meest spectaculaire maal van de eerste week (Boa constrictor) te overtreffen
door zich aan gegrilde rups te wagen. De volgende keer dat we bij Raf op restaurant
gaan zullen we dus ‘chenilles grillés’ op ons bord aantreffen.
Die van mij probeer ik dan ongezien op Raouls bord te laten belanden…
Gezien de integratie op het vlak van de voeding vlotter verloopt bij Raoul en
Lieve, moet ik natuurlijk op andere domeinen een grotere ‘effort’
doen. En voila, zoals jullie op de foto zien is het de haartooi geworden. De
Dafalgan voor het bestrijden van hoofdpijn wegens de paar kilo’s haar
die aan mijn hoofdhuid trekken, kan ik nu al laten. Maar het slapen is toch
nog wat moeilijk, het valse haar krabt nogal. Ook Raoul klaagt er van. Ik heb
nu ongeveer zes keer zoveel haar als normaal, het is wel wat wennen, maar heel
mooi. Het maken van de vlechtjes is een echt corvee: in totaal tien uur werk!
Een marathon die begon om 15u in de namiddag en die eindigde om 10u30 de volgende
ochtend! Monnikengeduld is dus de boodschap!
We interviewden deze week Jacques omdat hij werkt bij AFROMODE, een fabriek
waar ze de ‘meshes’ maken waarmee gevlochten wordt. Je ziet Jacques
helemaal links op de tweede foto. Het is een Zuid-Koreaans bedrijf dat werkt
op basis van maandcontracten. Je werkt er dertig dagen en dan neem je een aantal
dagen rust. Wanneer je dan terugkeert naar de fabriek begint alles weer opnieuw:
tussen 30 à 50 andere Congolezen staan bedelen om terug binnen te geraken.
Je bent nooit zeker dat je opnieuw aan de slag kan… Jacques stond in het
begin een maand aan de poort eer hij eruit gepikt werd. Zijn verhaal doet me
denken aan de film “Daens” die toont hoe de arbeiders bij ons in
het begin van vorige eeuw ook elke dag aan de fabriekspoort om werk gingen bedelen.
Als er weinig werk is, neemt men slecht vijf personen aan, is er veel werk dan
kan het gaan tot veertig. Men zette Jacques op ‘la section gratoir’
omdat hij een stevige lichaamsbouw heeft. Deze afdeling is namelijk de zwaarste,
men moet er de ruwe haren kammen op machines met grote pinnen die men door de
haren trekt. Het is zo zwaar dat Jacques de zesdagenweek niet altijd rond krijgt.
Hij is in de drie maanden dat hij er werkt ook vermagerd. Na een drietal dagen
is hij soms zo uitgeput dat hij niet kan gaan werken. Het dagloon bedraagt 360
Francs Congolais (36 Belgische Frank, dus zelfs nog geen Euro!). Hiervoor werkt
hij 44 uur per week… Als er te veel werk is, verplicht de patroon de arbeiders
tot 22u ’s avonds te werken. Dan verdienen weliswaar 150 FC per uur! Het
is een hongerloon, men kan niets sparen, maar er is zo weinig werk dat de patroon
het zich kan permitteren de mensen zo zwaar uit te buiten. Indien men iets meer
wil verdienen, kan men meedoen aan ‘la course’. Als je ‘la
course’ wint, krijg je een premie van 150 FC. Om ‘la course’
te winnen moet je 55 pakken ‘meshes’ gekamd krijgen. Slechts 50
à 60 procent van de arbeiders slagen hierin. Sommigen halen maar 40 pakken
per dag en hebben dus afgezien voor niets. Het transport kost al 100 FC per
dag, dus jullie begrijpen dat men van een salaris zelfs niet kan spreken. Jacques
zegt: “het is juist genoeg om niet te moeten gaan bedelen; het is net
of de patroon heeft ons loon berekend op de kost van één maaltijd
per dag”. Als je hoort wat de vakbond in het bedrijf te zeggen heeft,
begrijp je dat men daar niet hoeft op te rekenen: “als het jullie niet
aanstaat, vertrek maar, er zijn mensen genoeg die jouw plaats willen innemen”.
Je zou zeggen dat de patroon zelf aan het woord is! Jacques zegt: “ze
zijn hun post als delegee niet waard! En dan nog, als dagwerker hebben we zelfs
het recht niet met de delegees te praten; enkel de permanenten mogen dat.”
Hoe zou het er hier aan toegaan mocht Sabena-delegee Maria Vindevoghel haar
gang eens kunnen gaan… Of Roberto D’Orazio?
Sille
ps:Als jullie de foto’s van ons vertrek willen zien, surf dan naar :
http://www.steun.be/kinshasa
--------------------------------------------------------------------------
Les Editions EPO organisent, en collaboration avec le BEC (bureau d’études Congo), deux rencontres avec Ludo Martens, auteur du livre "Kabila et la révolution congolaise".
Samedi 1 mars, 11h à 16h, à
l'Université Paris 8 Saint Denis
AMPHI 1Lieu: 2, Rue de la Liberté, 93526 Saint Denis Cedex
Métro ligne 13, direction Saint Denis Université, station “Université”
Autoroute A1, sortie route Nationale N1, suivre Université.
Conférence-débat avec Ludo Martens, Professeur Elikia Mbokolo
historien et directeur a l'EHESS (École des Hautes Études en Sciences
Sociales) et Professeur Ndaywel-e-Nziem Isidore historien Directeur des Langues
et de l'Ecrit, Agence Intergouvernementale de la Francophonie.
Mercredi 12 mars, à 20h, à l'Université
Libre de Bruxelles.
ULB, avenue Franklin Roosevelt 50, 10500 Bruxelles, bâtiment H (auditoire
Janson) salle 1308.
Conférence-débat avec Ludo Martens et Colette Braeckman (sous
réserve *)
(*) Colette Braeckman vient de publier un nouveau livre sur
la guerre et le pillage au Congo : " Les nouveaux prédateurs "
(Fayard). Elle y démontre comment les justifications, que les pays voisins
du Congo ont toujours mis en avant pour leur agression, cachent mal leur véritable
motivation : le pillage du Congo.
Info:
Bruxelles : 03/287.08.75 // jos.hennes@epo.be
Paris : 06 99 28 62 94 // ngangweshe@hotmail.com
--------------------------------------------------------------------------
Sur ce message:
J'ai trouvé votre adresse dans un mailgroupe autour du Congo, dans un
message qui m'était adressée ou simplement dans mon carnet d'adresses
personel. Parfois je vous envois des informations sur la situation au Congo.
Cela peut-être une annonce, un article, un témoignage, un appel
de solidarité etc... Cela ne dépassera pas un message par semaine.
Si de telles informations ne vous intéressent pas, veuillez simplement
envoyer un mail avec le mot "unsubscribe" dans l'objet à busselen@skynet.be