geert on Wed, 7 Jul 2004 10:14:30 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Belangrijk nieuws: Massale fraude bij KPNQwest (Netkwesties, PeterOlsthoorn)


http://www.netkwesties.nl/editie103/artikel1.php

Massale fraude bij KPNQwest

KPNQwest is goed voor een van de grootste omzetfraudes ooit in
Nederland. Een civiele klacht van de curatoren verhaalt over vergaande
oplichting van beleggers en intimidatie van personeel door een
'samenzwering' van Qwest-bestuurders.

Dat is de conclusie uit de verbijsterende inhoud van de klacht bij de
rechtbank van New Jersey ingediend door de curatoren van KPNQwest (KQ),
Eddy Meijer van Houthoff Buruma en Jan van Apeldoorn van Levenbach
Advocaten in Amsterdam. Zij wikkelden in de afgelopen twee jaar het
bankroet af van de vele bedrijven van de joint-venture voor
datatransport van KPN en Qwest. Van Apeldoorn: "De uiteindelijke schuld
staat nog niet helemaal vast, maar komt uit tussen de 2,5 en drie
miljard euro. Deze civiele klacht is bedoeld om het geld te vorderen bij
de verantwoordelijken." De klacht is gericht tegen Qwest Communications
in Denver, haar Jo Nacchio, ex-bestuursvoorzitter, Robert S. Woodruff,
ex-financieel bestuurder bij Qwest (beiden commissaris bij KPNQwest), en
ex-bestuursvoorzitter John McMaster van KPNQwest in Hoofddorp.

De klacht: onbehoorlijk bestuur, met overtreding van de artikelen 8, 9,
10 en 128 van het Burgerlijk Wetboek. De 160 pagina's tellende, helder
geformuleerde Amerikaanse klacht verhaalt over een samenzwering ten
behoeve van omzetfraude en koersmanipulatie, vermeende (de rechter heeft
nog niet gesproken) frauduleuze handelingen waarmee Qwest en de directie
van KPNQwest het bedrijf stelmatig hebben misbruikt om beleggers,
mede-aandeelhouder KPN en het eigen personeel te misleiden en Qwest en
zichzelf te verrijken. Nederlandse media zagen de inhoud tot op heden
over het hoofd, het Openbaar Ministerie heeft de zaak nu in onderzoek
voor een eventuele strafzaak.

Een moeilijke netkwestie

Hieronder volgt een financieel-technische (inter)netkwestie. De
achtergrond daarvan is het 'booming' internet vanaf 1997 dat veel
verkeer tussen aangesloten computers en knooppunten teweegbrengt. Voor
dit verkeer, zo luidt de theorie, zijn veel glasvezelverbindingen nodig
in Europa en tussen de VS en Europa. Om die verbindingen aan te leggen
en transportdiensten te verkopen richten KPN met het Amerikaanse
telecombedrijf Qwest samen KPNQwest (KQ) op in 1998, want de top van
KPN, geleid door Wim Dik, is geïmponeerd door de stijl van Qwest, met
name van baas Jo Nacchio. Maar spoedig is het bedrijf speelbal van
hebzucht: de koers moet snel stijgen. Ten tweede moet KQ bijdragen aan
de groei van de beurswaarde van Qwest in de VS.

Centraal in dit verhaal staat de handel in 'indefeasable right of use'
(IRU), gebruiksrechten van capaciteit op verbindingen. We spreken
hieronder kort van gebruiksrecht of IRU, met twee discutabele methoden:

1) Het boeken van gebruiksrechten als omzet in één keer terwijl het
contract daarvoor vele jaren behelst en de omzet nog niet in kas komt. 

2) Een telecombedrijf verkoopt aan een collega/concurrent
transportcapaciteit in ruilhandel. Ze plakken daar samen een prijs aan
vast die ze beide als omzet boeken, zonder dat ze er werkelijk inkomsten
uit halen

2) De kern die hieruit volgt:

In de VS financierde Qwest veel aanleg van glasvezel uit de voorverkoop
van gebruiksrecht terwijl de eigenlijke kabel er nog niet was. De
curatoren suggereren dat deze strategie ten grondslag lag aan de
oprichting van KPNQwest. Toen dit model van vooraf boeken van
toekomstige rechten onvoldoende opbracht bij KQ begon de doelbewuste
ruil in rechten onderling en met derden. Vaak boekten Qwest en KQ beide
oneigenlijke omzet. Dit leidde tot voortgaande waardestijging van KQ,
tot 15 miljard dollar, en tot koersstijging van Qwest. Het uiteindelijke
doel waqs persoonlijke verrijking van de bestuurders Nacchio, Woodruff
en McMaster, aldus de curatoren, want ze waren rijk bedeeld met opties
en aandelen.

De curatoren suggereren de opbouw van een criminele organisatie waarbij
op sleutelposten van KQ in Hoofddorp Amerikanen kwamen te zitten die de
oplichting konden afdekken, zoals Brendan Keating, controller en Jeff
von Deylen, financieel directeur vanaf juni 2001. McMaster vormde in
zijn eentje het bestuur in contacten met de Raad van Commissarissen. KQ
ontving nauwelijks operationele inkomsten, Qwest roomde die ook nog af,
dus dreef KQ onvermijdelijk richting bankroet.

Toen het spel van Qwest met KQ mis dreigde te lopen door verzet binnen
KQ van vooral Nederlandse werknemers werd personeel geïntimideerd om mee
te blijven doen aan het schema van oplichting. Ondertussen zijn
kwartaalcijfers en verwachtingen zonder uitzondering gedurende de ruim
drie jaar van het bestaan (1999-2002) opgeblazen en is de Raad van
Commissarissen stelselmatig om de tuin geleid, aldus de curatoren in hun
klacht.

In punten samengevat:

* Uiteindelijk is KPNQwest in omvang van de omzetcijfers voor het
overgrote deel een vehikel geweest om te frauderen;
* De gerapporteerde cijfers klopten nooit; 
* De geuite verwachtingen hadden nimmer enige affiniteit met de
realiteit; 
* Liegen en bedriegen was de standaard methode van genoemd trio en hun
handlangers.

Dat behalve QWest in de VS ook KPN in Nederland alsnog wordt aangeklaagd
is volgens de curatoren niet uit te sluiten. Marten Pieters was namens
KPN-commissaris, maar hij moest na het KQ-debacle in 2002 het veld
ruimen bij KPN. Ook het hoofd van KPN-bestuurder Joop Drechsel rolde
inmiddels. (NRC prees hem overigens nog uitgebreid later.) KPN is al
gedaagd door Citibank vanwege een openstaande rekening van 20 miljoen,
echter een bijzaak. KPN in Den Haag is op zijn minst onoplettend geweest
ten opzichte van haar op 40 kilometer afstand zo onverantwoord
opererende dochter.

Commissaris van KQ was ook Pierre Everaert, destijds de baas van Ahold,
dat ook in fraudewateren kwam te verkeren. Maar vooralsnog is dit
toeval, want volgens de curatoren heeft Qwest ook de Raad van
Commissarissen misleid, inclusief Everaert en Pieters. Dat wil zeggen
dat Nacchio en Woodruff hun medetoezichthouders bewust om hun
bedrieglijke tuin leidden. Net als bij de Ahold-zaak zijn er overigens
bij KQ 'sideletters' in het spel: documenten over de werkelijke gang van
zaken naast de overeenkomsten met daarin de onjuiste feiten.

De beschuldigingen in kort bestek:

Hieronder volgen de feiten van de transacties die volgens de curatoren
discutabel waren. Het ging steeds om handel in transportcapaciteit en
het boeken ervan:

  * KQ heeft, aldus de curatoren, in 2000 voor 179 miljoen aan
    capaciteitshandel met een luchtje eraan geboekt, 40 procent van de
    omzet, en over 2001 zelfs 438 miljoen, 54 procent van de omzet.
    Tenminste een aanzienlijk deel van deze handel in gebruiksrechten
    betrof direct aanwijsbare ruilhandel, dubieuze omzet. 

  * (Qwest heeft in september 2002 de omzetten voor 2000 en 2001 te
    herzien voor 2,3 miljard dollar, waarvan 900 miljoen aan vals
    geboekte ruilhandel.) 

  * Inmiddels bekend is dat Qwest in 2000 van haar accountant Arthur
    Andersen - die kapot ging aan de vele fraudezaken - goedkeuring wist
    te verkrijgen voor het ineens boeken van de langjarige
    telecomcontracten als omzet, en ook van ruilhandel. Dit gold dus ook
    voor KQ en Arthur Andersen in Nederland. 

  * Toen dit belangrijke akkoord met de accountant er nog niet was,
    heeft Qwest - reeds op 3 oktober 1999 - KPNQwest in het memorandum
    'Accounting for IRU's' al opgelegd hoe transacties geflatteerd in de
    boekhouding moesten komen. 

  * Veel e-mail wijst op een 'strijdplan' van Qwest en de
    Qwest-handlangers bij KQ om vorm te geven aan een grote ruilhandel
    met Cable & Wireless. Jan Schreuder van Qwest droeg Rene Zaal van KQ
    op om grote ruilcontracten op te delen in veel kleinere zodat ze
    minder opvielen en sneller goedkeuring zouden krijgen. Ook is er
    e-mail van Schreuder aan Christel Rutten van KQ met pressie om mee
    te doen. 

  * In juli en augustus 2001 was er intensief e-mail contact tussen
    Qwest en KQ om de grote niet gebruikte capaciteit van KQ op de
    transatlantische TAT-14 kabel met verkoop van gebruiksrechten
    virtueel te vullen. 

  * In het derde kwartaal van 2000 kochten KQ en Global Crossing voor 54
    miljoen euro gebruiksrechten bij elkaar. In het eerste kwartaal van
    2001 hetzelfde grapje met ruilhandel, nu voor 45 miljoen euro.
    Hierbij is een side-letter opgemaakt, een geheime overeenkomst om
    het bedrog vorm te geven. 

  * Toen duidelijk werd dat de Amerikaanse beurswaakhond SEC dit
    creatief boekhouden van ruilhandel en lange termijn contracten
    afwees, moest KQ er toch mee doorgaan, op aandringen van de
    Qwest-directeuren Afshin Mohebbi en Greg Casey. Een aantal malen
    deden ze de transacties voor KQ zelf vanuit Denver. 

  * KQ verkocht rechten aan Qwest voor 22 miljoen dollar op 28 september
    2001, dezelfde dag tekende Qwest een contract met Flag voor 26
    miljoen dollar, en nam zelf de 'winst' van vier miljoen. 

  * Op 1 oktober verkocht Flag aan KQ voor 43,2 miljoen aan
    gebruiksrechten, en verkocht deze capaciteit weer door aan Qwest en
    aan KPN. (Welk deel KPN kocht en of die de capaciteit werkelijk
    nodig had is niet duidelijk, maar wel een opvallend punt in het
    verhaal. KPN komt immers verder niet voor in deze transacties.) 

  * Qwest, KQ, Flag en GC vonden elkaar al aan het einde van het derde
    kwartaal 2000 met een transactie van 25,3 miljoen dollar aan
    gebruiksrechten, schrijven de curatoren. De rol van GC in deze
    transactie is niet duidelijk, van de andere drie partijen wel. De
    grens van het kwartaal was gunstig, de verkoop werd geboekt in het
    derde kwartaal, de aankoop in het vierde kwartaal. 

  * Eind vierde kwartaal 2000 nam de hoogmoed van Qwest zulke vormen aan
    dat ze met KQ een contract sloot voor het ruilen van capaciteit voor
    50 miljoen dollar. Er is een e-mail van KQ's chef Erin Wray waarin
    hij de onjuiste waarderingen bevestigt. 

  * Een dag later verkoopt KQ haar capaciteit door aan Cable & Wireless
    (C&W) in twee ruiltransacties, van 15 en 35 miljoen euro. Eind
    eerste kwartaal 2001 voegen de partijen daar nog een handel van 26,5
    miljoen aan virtuele gebruiksrechten aan toe. Er is wederom een
    side-letter met een bevestiging. 

  * De transacties, staat in veel e-mails, zijn nodig om kwartaalcijfers
    te halen. De e-mails zijn deels afkomstig uit strafdossiers van
    Qwest en Global Crossing in de VS en vormen op zich geen bewijs van
    illegaliteit. Feit is wel dat blijkt dat er een enorme druk was om
    omzetten op te pompen. Veelzeggend is een GC-interne e-mail waarin
    wordt gesteld dat Qwest goed op koers ligt met de gewenst omzet,
    maar dat KQ ('Europe') nog een probleem heeft en 25 miljoen dollar
    meer omzet moet maken. 

  * In het vierde kwartaal van 2001 en het eerste kwartaal van 2002 gaf
    Matthew Scott van Qwest aan KQ's penningmeester Jeff von Deylen de
    opdracht om derde partijen te zoeken voor de ruilhandel daar die dan
    minder opvallend zou zijn. Zo is KQ opgedragen om gebruiksrechten
    (datatransportcapaciteit) te kopen van Qwest. 

Rad voor ogen en Elsschot

Deze handel en wandel was volgens de curatoren direct bedoeld om de
KQ-cijfers op te blazen, onder meer voor de volgende mededelingen voor
beleggers:

  * 1999: Omzetgroei van 120 procent
  * 1ste kwartaal 2000: verdubbeling omzet;
  * 2de kwartaal 2000: 34 procent omzetstijging tov het eerste kwartaal;
  * 3de kwartaal 2000: 25 procent groei over het vorige kwartaal
  * 4de kwartaal 2000: 78 procent stijging ten opzichte van het vierde
    kwartaal 1999
  * 1ste kwartaal 2001: 12,6 procent groei ten opzichte van het
    voorgaande kwartaal;
  * 2de kwartaal 2001: 'recordomzet' van 230 miljoen dollar, 117 procent
    groei ten opzichte van een jaar terug;
  * 3de kwartaal 2001: 49 procent groei ten opzichte van een jaar terug,
    tot 198 miljoen dollar;
  * 4de kwartaal 2001: 'het tiende opeenvolgende kwartaal dat KPNQwest
    de schattingen van analisten voor opbrengst en Ebitda heeft
    gehaald.'
  * 3de en 4de kwartaal 2001: KQ rapporteerde een toename van het
    bruto-overschot (Ebitda) met 548 procent ten opzichte van dezelfde
    kwartalen in 2000, maar zonder de discutabele transacties zou de
    toename maar 8 procent zijn geweest

En dan hebben we het nog niet over alle bij elkaar gejokte persberichten
van het bedrijf over investeringen. De meest in het oog springende
daarvan was de bouw van 'Mega-Cyber Centres' voor hosting, een sprookje
waar Netkwesties eerder over berichtte. Op 31 juli 2000 ging er in
München eentje open van 10.000 vierkante meter, waar 100 vierkante meter
had volstaan. De centra waren volgens de curatoren nooit voor meer dan 2
procent bezet, een scenario waarvoor je 'Kaas' van Willem Elsschot
gelezen moet hebben.

Onderwijl overschrijdde KQ budgetten voor een aantal
kapitaalsinvesteringen met een factor drie tot vijf. Een cijfer: voor
2001 was het budget voor kapitaaluitgaven van KQ 626 miljoen euro, maar
de werkelijke uitgaven lagen volgens de curatoren, op maximaal 880
miljoen.

Ondertussen speelde daar eind 2001, begin 2002 nog de aankoop van
concurrent GTS (Ebone) en de kredietfaciliteit van de banken die begin
maart 2002 loskwam. Ook de input van pertinent onjuiste cijfers en
verwachtingen voor 2002 vormde drijfzand, maar de banken lieten zich er
gewillig in wegzakken. De curatoren laten hun waardeoordeel over de
blindheid van de banken achterwege.

Nederlands verzet

Bij KQ splitste de directie zo veel mogelijk de verantwoordelijkheden
van personen betrokken bij enerzijds het inkoopdeel en anderzijds de
verkoop van de ruilhandel. Zo kon er geen coherent beeld ontstaan van de
werkelijke gang van zaken bij het lager personeel. Dat dacht overigens
wel (te) lange tijd dat er ruimschoots geld voorhanden was terwijl de
top al wist dat er nauwelijks geld uit verkopen binnenkwam.

Al die geveinsde omzet leidde wel tot een groot probleem voor het
financieel management waarin KPN Nederlanders op belangrijke posten had:
er kwamen geen centen binnen, hooguit een bedrag dat KQ even later weer
moest overboeken in de ruil, of dat pas over jaren zou komen. Dus was
vaak de bodem van de kas in zicht. Soms voorzag Qwest in tijdelijk
financiering, voor de boeken: zo kreeg KQ op 30 maart 2001 56 miljoen
dollar overgemaakt van Qwest, en stortte die drie dagen later, begin van
het volgende kwartaal, weer terug naar Denver.

Het blijken met name de Nederlandse werknemers van KQ te zijn die zich
daar behoorlijk over opwonden. Vooral de financieel directeur Willem
Ackermans, die in augustus 1999 vanuit KPN binnenkwam en met ruzie
vertrok in 2001, pleegde verzet. De curatoren schetsen hem als het grote
slachtoffer van de malversaties. Zo roept hij al in september 2000 dat
KQ het niet zal volhouden om '200 miljoen euro per maand te blijven
verbranden'.

Kennelijk zijn Ackermans en de zijnen niet in staat om het
onverantwoorde gedrag een halt toe te roepen. De KPN-mannen bij KQ, zo
blijkt uit de stukken, stellen wel steeds strengere eisen aan McMaster
en de zijnen, bijvoorbeeld wekelijkse rapportages over de inkomsten en
uitgaven, maar weten de zaak daarmee niet uit het troebele vaarwater van
Qwest te brengen.

Ackermans eiste in mei 2001 volledige openheid over de kaspositie voor
de Raad van Commissarissen. McMasters ziet dat het spel van Qwest in
gevaar komt. Na overleg met Nacchio moest Ackermans eruit, op 11 juni
was het voor hem gedaan bij KQ. Van een reactie van KPN is dan niets
merkbaar.

Facturen vooruit boeken

Anderen, zoals KQ's Controller Dennis de Vreede, gaan nog een stap
verder. Hij schrijft in mei 2001 dat de boekhouding niet klopt en dat
dit problemen zal opleveren met de 'lokale autoriteiten' (hij doelt op
de Belastingdienst). Hij roept in de woestijn. Op dat moment al is er
bijvoorbeeld een breed ingevoerde gewoonte bij de tientallen
werkmaatschappijen van KQ om intern al opdrachten als omzet te boeken
als er nog niet eens een factuur de deur uit is.

In feite, zo blijkt, werd KQ grotendeels vanuit Denver bestuurd, en nam
de grip van Hoofddorp allengs af. Qwest blijkt werkelijk hondsbrutaal te
zijn: niet zelden bracht Qwest voor de bewezen dienst (= de bedrieglijke
ruilhandel of het oneigenlijke lange termijncontract) ook nog een flinke
marge in rekening, van een aantal daarvan een percentage van 22 procent
van de 'omzet'.

Even brak er paniek uit bij McMaster toen er in juli 2001 een posting op
internet verscheen met waarschuwingen over de praktijken van KQ, maar
hij wist de brand snel te blussen.

En de Raad van Commissarissen dan? McMaster was, zo schetsen de
curatoren, een meester in het misleiden van zijn toezichthouders. Hij
kreeg daarbij steun van twee van hen, Nacchio en Woodruff. Veel
vergaderingen van deze RvC vonden plaats in de VS of de Amerikanen deden
op afstand telefonisch mee. De toezichthouders kregen steeds sussende
woorden te horen en gouden voorspellingen en lieten zich die kennelijk
aanleunen.

De grote vraag is hoe KPN dit onderging. Uiteindelijk verkocht het
bedrijf immers minder dan 5 procent van de aandelen in november 2001 en
ging over van drie commissarissen naar een. Dit vluchtgedrag van KPN
laat in het stuk van de curatoren geen gedegen indruk achter over de
grootaandeelhouder die KPN nog steeds was. Over de communicatie tussen
KPN en KQ lezen we totaal niets in de klacht. Wel staat er dat KQ zijn
best deed om de boekhouder van KPN, PricewaterhouseCoopers, buiten de
deur te houden.

Meijer en Van Apeldoorn kunnen verder geen commentaar verschaffen op hun
klacht en het onderzoek van de afgelopen twee jaar daar het aandeel KQ
nog steeds op de beurs genoteerd is, zeggen ze desgevraagd...

[Peter Olsthoorn, 6 juli 2004]

*) Netkwesties publiceerde in mei 2003 KPNQwest struikelde al over de
draden zonder met het verwachte vervolg te komen.

---

KPNQwest data
* 19 november 1998: Bekendmaking KPNQwest
* 13 mei 1999: joint-venture gevestigd: banken leenden 1,5 miljard euro
* 30 augustus 1999: aankondiging beursgang:
* 9 november 2000: beursgang 20 euro per aandeel, goed voor 900 miljoen
euro opbrengst;
* November 2001: KPN verkoopt 3,2 procent van haar aandelen aan Qwest en
1,5 procent aan Qwest-aandeelhouder Anschutz
* 11 maart 2002: 525 miljoen krediet van banken
* 23 mei 2002: voorlopig surseance van betaling
* 31 mei 2002: bankroet

Op het laatst bezat KPN nog 40 procent, Qwest 47,5 procent en was 12,4
procent van de aandelen publiek verhandelbaar. De hoogste koers was 94
euro.

Voor 2002 verwachtte KPNQwest een omzet van circa 1 miljard euro. In het
eerste kwartaal van 2002 heeft de groep een verlies geleden van ongeveer
280 miljoen dollar. De directie beloofde verbetering en toen die er niet
kwam draaiden de huisbankiers de geldkraan dicht.


______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).