Tjebbe van Tijen via Chello on Tue, 14 Feb 2012 00:26:35 +0100 (CET)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] De Vorst en het Getelde Leed van Daklozen in Nederland


De Vorst en het Getelde Leed van Daklozen in Nederland

February 13, 2012 door Tjebbe van Tijen

De geïllustreerde en gedocumenteerde versie met links staat op

http://limpingmessenger.wordpress.com/2012/02/13/de-vorst-en-het-getelde-leed-van-daklozen-in-nederland/

----------------

[tableau dooi; Maandag 13 februari 2012: het is weer over met het mededogen.]

Dooi in Nederland: zet die daklozen maar weer op straat 

[tableau: NRC-Handelblad 7 februari 2012 "ZWERVERS EN DAKLOZEN BIJ STRENGE VORST" drie portretten op de voorpagina, getallen krijgen even een gezicht (temperatuur -10 Celsius) en zo'n navrante krantenkoppen associatie eronder over: "de levenseindedokter". Het Parool 13 februari 2012 GEEN WINTEROPVANG MEER VOOR DAKLOZEN (temperatuur +2 of 3 Celsius in de nacht); de 260 extra bedden zijn niet meer beschikbaar, er wordt teruggeschakeld naar het standaardgetal van 223 slaapplekken voor de hoofdstad van Nederland. Ik denk dan aan een Groen-Linkse wethouder die zegt iets te willen doen aan al die leegstaande kantoorgebouwen in de stad, is daar dan geen mogelijkheid van vordering of even huren voor een schappelijk prijsje? Vanwaar dat geknibbel op een tweehonderdtal bedden voor daklozen in een stad die er prat op gaat honderdduizenden overnachtingen van toeristen te kunnen boeken?]


Getemporiseerd en gecompartimenteerd mededogen kenmerkt het gegoede Nederland. Leed en gebrek worden het liefst georganiseerd uit het zicht gehouden. Van ‘aalmoesseniershuizen’ in vervlogen tijden, tot het asiel van ‘Hulp voor Onbehuisden’ en het Leger des Heils, ontstaan rond de vorige eeuwwisseling. De Gouden Eeuw kende de deftige hoge stoep voor het armenbestuur met hun wit kanten kragen aan de voorkant en het armenpoortje voor uitgifte van de bedeling aan de achterkant. Tientallen exemplaren van zulke liefdadigheidsinstellingen staan er nu nog in Nederlandse steden, alhoewel allen hun oorspronkelijke functie verloren hebben. Opvang ‘op stand’ is er niet meer bij, maar de hand op de beurs en het huishoudboekje dat op veel van die streng-barmhartige regentenschilderijen te zien is, zijn er nog steeds.

[tableau: Chique geklede regenten van een van de Amsterdamse 'huiszitten-armenhuizen' (een plek waar de bedeling van armen plaats vond die nog een dak boven hun hoofd hadden (te)huiszittend waren. Dit gehouw aan het Waterlooplein bestaat nog, nu Academie van Bouwkunst. Daar doorheen doemt een foto van een grote armenslaapzaal uit het begin van de vorige eeuw op, kraakhelder en in het gelid.]


Van houten kribben met een linnenzak erboven om de schaarse bezittingen van daklozen en zwervers veilig te stellen  uit 1923, naar ijzeren stapelbedden en kluisjes van de tijdelijke daklozenopvang in 2012. Bij buurland België ontfermde Koning Albert zich nog tijdens de strenge vorst over enkele daklozen in zijn kasteeltje vlakbij Brussel, maar van enige royale barmhartige actie hier in het Noorden heb ik  - buiten de kerstrede van Koningin Beatrix – niets gehoord. Misschien vindt zij dat te populistisch voor een vorst  tijdens de vorst? Nu controleer ik deze gegevens nog even en vind een bericht dat de Belgische vorst de opvangniet uit eigen zak betaald heeft, maar zich vergewist heeft van overheidssteun voor de kosten. Dat is niet chique.

[tableau: 'CBS: "Daarmee is het aantal daklozen in Nederland vastgesteld op 18.000"; met subcategorieën grafiek, foro van daklozen opvang 1932 en 2012 en kaartje van Nederland in het blaus met temperaturen onder nul]


Geteld leed: maar 0,1% van de bevolking dakloos met dit winterweer
“Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft een verborgen groep daklozen in kaart gebracht. Daarmee is het aantal daklozen in Nederland vastgesteld op 18.000.” Januari 2011 werd dat geschreven op de web site van het Platform Zorg en Welzijn. (1) Het was voor het eerst in de geschiedenis van het staatse tellen in Nederland, dat daklozen aan de beurt  kwamen. Als je het eindrapport van het CBS en de publiciteit er om heen leest, klinkt dat allemaal zo bureaucratisch en parmantig, alsof door het feit dat we misstanden kunnen tellen en in kaart brengen, we daarmee ook het probleem opgelost hebben: “Door alle gegevens naast elkaar te leggen en de ‘overlap’ te bepalen, is een tot nog toe verborgen gebleven bevolkingsgroep in kaart gebracht. De 18.000 daklozen vormen iets meer dan 0,1 procent van de Nederlandse bevolking” , heet het geruststellend. (2)

Dit onderzoeksproject met de naam “Dakloos” werd ook beschreven in het ‘Relatiemagazine’ van het CBS dat in de winter van het jaar 2010 verscheen. Aan het woord projectleidster Moniek Coumans:

We gebruiken de vangst- en hervangstmethode,’ vertelt Coumans. ‘Oorspronkelijk een methode om dierpopulaties te meten. Stel je wilt weten hoeveel mussen er zijn: dan doe je twee vangsten. Bij de eerste vangst doe je alle mussen een ringetje om. Bij de tweede vangst kijk je naar de verhouding tussen het aan- tal mussen met en zonder ring. (3)

In het artikel wordt – pal hierop – wel jolig opgemerkt “Uiteraard hebben Coumans en haar collega’s geen daklozen gevangen en van ringetjes voorzien.” De rest van het betoog gaat vooral over registratiemethodieken, allerlei registers van zorg en bijstand passeren de revue, alsook de prettige samenwerking met enkele universiteiten die hielpen bij het ontwikkelen van een methodologie voor het tellen van hen, die of hun huis uitgezet zijn, of helemaal niet in een huis willen wonen.

Het daklozen onderzoek lijkt – academisch gesproken – inspirerend geweest te zijn, gezien tussenkopjes in het fraai opgemaakte artikel als:

Het werken met echte data roept vaak nieuwe vragen op over de gehanteerde technieken en de beantwoording van die vragen kan weer tot de ontwikkeling van nieuwe ideeën en modellen leiden.

Tot slot wordt er in dit artikel melding gemaakt van een parallel onderzoek bij het CBS van “niet geregistreerden (bijvoorbeeld illegalen)”, waarbij dan dankbaar gebruik gemaakt kan worden van de ervaringen opgedaan met het tellen van de vlottende populatie van daklozen.  Dat is een een beangstigend woord: ‘niet-geregistreerden-telling’, omdat al tellende de categorie zelve opgeheven wordt. Het CBS zegt verder van plan te zijn dit daklozen-onderzoek “op termijn te willen herhalen” om te zien “of het beleid effect heeft op de omvang van de groep daklozen.”

Vreemd genoeg kent dit onderzoek een lijst van subcategorieën van het object ‘dakloze’: vrouw; man; 50-64 jaar; 30-49 jaar; 18-29 jaar; Niet-Westers allochtoon; Westers allochtoon; Autochtoon; Gescheiden/Verweduwd; Gehuwd; Ongehuwd; Verblijf in vier grote steden; Verblijf in rest van het land. Als er dan al zoveel soorten onderscheden worden, waarom dan niet iets over wat iedereen met enige regelmaat kan waarnemen: geestelijk labiele en/of gestoorde  daklozen; alcoholisten; drugsgebruikers, enzovoorts? Natuurlijk waren de tellers daartoe niet geequipeerd, want het is knap lastig om dat uit te vinden of te bepalen. Dat zegt dan ook iets over de onnuttigheid van zulke onderzoeken. Kwantitatief, maar niet kwalitatief. Enkel ingesteld op het constateren van een situatie, niet ingesteld op een oplossing als onderdeel van de gebruikte methodiek. De fictie dat “de politiek” er dan iets mee kan of moet doen.

In het veld geteld had toch op zijn minst ook kennis kunnen opleveren over kwetsbaarheid van en soorten benodigde hulp voor dakloze mensen. Nu zijn er enkel die ijskoude getallen. Op zijn minst had toch gevraagd kunnen worden of iemand uit eigen keus zonder dak wil leven (die zijn er), of de status van dakloze bereikt is door geen huur te kunnen of willen betalen, onmin met familie of buren?

Universiteiten werden betrokken bij dit onderzoek van het CBS, enkel om beter te tellen?  Zijn er dan geen maatschappelijk betrokken sociologen en antropologen meer, waar is het participerend onderzoek, de conflictsociologie?

Het slaat me koud om het hart als ik sociale problematiek van mensen, als ware het een telling van mussen in Hollandse achtertuinen, voorgeschoteld krijg. Dit is is louter tellen, oorzaak en gevolg worden geheel buiten beschouwing gelaten. Er is ook een grafiekje uit 2009 (dat ik in het eerste tableau van dit artikel verwerkt heb) waarin de dubieuze sociale categorieën van het CBS – bij de verkiezingen waarbij Geert Wilders indirect aan de macht kwam ook al gebruikt – te weten: Autochtoon, Westers Autochtoon en Niet-Westers Autochtoon. Fijntjes wijzen de onderzoekers van het CBS in 2009 al naar het verhoudingsgewijs groter aantal van ‘Niet-Westerse Allochtonen’ , binnen de groep van ‘niet Nederlanders’.

Ik zoek naar  een statistiek van leegstaande koophuizen van huiseigenaren, die wellicht hun woning met een dipje in de winst moeten verkopen, om ter vergelijking hier bij te kunnen plaatsen, maar vind die niet.

Leegstaande woningen in Nederland 47 x het aantal daklozen
Maar wacht ik zie wel dat het Centraal Bureau voor de Statistiek een rubriek ‘niet bewoonde woningen’ heeft, die – zij het wat onduidelijk –  de landelijke leegstand van woningen in cijfers probeert te vatten. Het CBS doet natuurlijk niet anders dan haar taak: de bestaande sociale orde ondersteunen in de keuze van onderwerpen en vergelijkingen.

Is dat nu toevallig, dat ook dit kaartje van niet-bewoonde woningen in Nederland eveneens in blauwe tinten gezet is, of horen die koele kleuren gewoon bij de huisstijl van het CBS?

[statistiekkaart van nederland van niet-bewwonde woningen 2009 (in blauwe kleuren)]


CBS 2009: "Bijna 6 procent van de woningen niet bewoond"

[ statistiek met de volgende gegevens: CBS 2010: "woningvoorraad naar bewoning: totaal = 416.572; leegstand = 337.199 en dat is in in percentage = 4,7%. Dat is 47 x het aantal daklozen reken ik dan in mijn hoofd, of dat politiek en economisch correct is of niet.]


Op bevel van de burgermeesters is het daklozen verboden op straat van de kou te sterven…
Is dat  nu barmhartigheid of eigen belang, omdat wij vooral niet geconfronteerd willen worden met al te schrijnende uitwassen van ons stelsel -zeker niet op onze eigen stoep of in een parkje tegenover ons, of is het typisch gedrag van dat wat ik de ‘huichelhollander’ noem?

De [Amsterdamse tj.] gemeenteraad vindt dat er tijdens extreme koude opvang moet zijn voor alle daklozen en dat er zo veel bedden beschikbaar zijn als nodig is. Ook in Den Haag is er extra opvang geregeld. Er zijn vanwege de kou 125 extra opvangplekken naast de normale opvang beschikbaar. Volgens een woordvoerder van de gemeente zijn er zondagavond ongeveer 100 van die extra plaatsen bezet door daklozen die de nacht binnen willen doorbrengen. (4)

[front pagina Spits "Daklozen moeten verplicht naar binnen" 25/1/2012]


Bronnen
-----------

(1) Zorg + Welzijn 3/1/2011: “Nederland telt 18.000 daklozen”

(2) Elsevier 31/12/2010: “Onderzoek CBS: 18.000 daklozen in Nederland”

(3) Relatie Magazine van het Centraal Bureau voor de Statistiek, winter 2010 Dit  Relatie Magazine  van het CBS staat on-line

(4) Het Parool 29/1/2012: “Vorst jaagt daklozen opvang in.”


Posted in Dutch politics, Urban questions | Tagged armenzorg, barmhartigheid, Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS),daklozen, huichelhollander, statistische discriminatie, telling ongeregistreerden, universitair onderzoek, winteropvang
______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).