Patrice Riemens on Wed, 13 Jul 2016 17:11:14 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Ippolita Collectief: Internet: De democratische Illusie II-01


Ippolita Collectief
Internet: De Democratische Illusie.



Hoofdstuk II

“Het Internet is democratisch en vrij!” Niet waar!

(men wordt - door Ippolita - hierbij aangeraden de album ’Bedtime for Democracy’ van de Dead Kennedys uit 1986 af te spelen) [*]

Om te beginnen  …


Digitale technologieën hebben het kapitalisme een nieuwe ruimte, zowat vrij van regelgeving, geboden om te experimenteren en zich te ontwikkelen: het Internet. Deze stelt iedereen in staat om spontaan te communiceren en contact te maken - het beantwoordt dus aan een diep menselijke behoefte - maar het maakt het ook mogelijk om bepaalde processen te controleren waarop het ontstaan en ontwikkeling van subjectiviteiten, dwz van persoonlijkheden [**] gebaseerd is.
De, in principe positieve, effecten van de informatie en communicatie 
technologieën worden grotendeels teniet gedaan - althens in belangrijke 
mate verzwakt - door de voortdurende bevestiging van de dwingende macht 
van de (kapitalistische) economie en van de bestaande politieke 
instituties die zich er aan verbonden hebben. De alom aanwezige behoefte 
om zichzelf te ontwikkelen en om een autonoom bestaan op te bouwen 
worden systematisch in gijzeling genomen opdat sommige partijen zich 
daar mee kunnen verrijken. Politieke tegenstellingen worden in een 
tsunami aan instant opgediende informatie verzwolgen zodat elke 
oppositie bij voorbaat getemd is. De verantwoordelijkheid voor een niet 
aflatende groei is op onze schouder komen te liggen: presteren moeten 
wij allemaal! Doordat wij het gevoel krijgen niet aan deze opdracht te 
kunnen voldoen ontbrandt er van een ware oorlog van ons tegen onszelf. 
En, hoe ongerijmd ook, dezelfde digitale technologieën worden dan 
ervaren als onze laatste collectieve en individuele toevlucht.
De meeste ‘netizens’, die in het algemeen zich weinig bewust zijn van de 
profileringstechnieken die op hun losgelaten worden, verontschuldigen 
zich met slappe slagzinnen, zoals “ik heb toch niks te verbergen” of 
“informatie maakt mij vrij”, of zelfs, voor het radicale smaldeel “fuck 
toch allemaal op!”. Het participatie-vertoog dat hier uit spreekt heeft 
echter niets te maken met hoedanigheid en werkwijze van echte 
democratische besluitvorming. Het rept ook met geen woorden ook over het 
eigendom van de inhoud die gebruikers online zetten, die het dan ook 
kennis en technologische middellen ontbreekt om deze te gelde te maken. 
Het bestaan van een centrale macht wordt daarmee effectief aan het 
gezicht onttrokken.
De pedagogische werktuigen van een ware digitale ‘paidèia’, oftewel 
vorming, stoelen op een nieuwe vorm van samengevoegde ervaring. Daarin 
zit een element van kracht, en een gevoel dat men erbij hoort gekoppeld 
aan de zekerheid dat iedereen zichzelf blijft, en dat zij/hij altijd de 
mogelijkheid heeft om het beste en meest authentiek van haar/hemzelf mag 
laten zien. Technische kennis, zelfs heel summier, hebben burgers van 
deze _genetwerkte samenleving_ niet nodig. Belangrijk is dat zij 
_prosumers_ worden, tegelijkertijd gebruikers en producenten. In het 
collectieve verbeelding wordt op die manier het 2.0 model een soort van 
_deus ex machina_ een nieuwe einder van vrijheid, en een wonder-medicijn 
voor alle gebreken van de ‘analoge democratie’.
En zo weeft zich de meta-vertelling van het Internet. Alwetend, zou deze 
in staat moeten zijn om op een (pseudo-)rationele manier elke 
gebeurtenis te kunnen duiden en alle problemen die inherent zijn aan het 
menselijk bestaan te kunnen oplossen. Het Internet kan de milieu 
catastrofe en ook de economische debacle aan! Het zou zelfs instant een 
nieuw economisch model uit de grond stampen, gebaseerd op iets dat nu 
echt onuitputtelijk is, namelijk het menselijk vermogen om te 
communiceren, en vooral om _betekenis_ te produceren. Deze, resoluut 
bio-politische, vorm van kapitalisme is nu al in opmars. Het bestaat uit 
ontginnen, verzamelen, opslaan, en transformeren van massa 
meta-gegevens, ook wel Big Data genoemd.
Het aanwenden van (digitale) instrumenten, en in het algemeen, van 
technisch-technologische ‘oplossingen’, wordt steeds meer beschouwd als 
de enige manier om aan de eisen en de behoeften van deze tijd te 
voldoen. Zodoende worden zij onmisbaar en dus onafwendbaar, iets wat het 
gebruikspatroon van het Internet vandaag de dag genoegzaam aantoont. Wie 
heeft nooit deze ervaring gehad: je zit met een aantal mensen aan tafel, 
en dan er is altijd wel iemand die zich aan de conversatie onttrekt, 
haar/zijn smartphone te voorschijn haalt en ‘iets’ gaat doen. En dan een 
iemand anders. En dan de derde, enzovoorts. Dat ‘iets’ kan dan van alles 
zijn. Iets met werk (immers, dankzij al die aan elkaar elektronisch 
verbonden objecten is het werk er altijd en overal), maar het kan ook 
een potje Fruit Ninja of Candy Crush zijn …
Maar de negatieve consequenties van de massa-overname van technologieën 
gaan verder dan deze nogal zichtbare gevolgen in de dagelijkse sociale 
omgang. Omdat je niet weet wat de toekomst voor ons in petto heeft is 
het moeilijk om alles te voorspellen, maar alles lijkt erop te wijzen 
dat dat de effecten zich opstapelen en elkaar versterken. Als wij 
dezelfde redenering toepassen op op alle aspecten van de digitale 
netwerken, dan wordt de utopie, van een massa democratie op 
wereldschaal, met de netizens in het midden, gaat het eerder de kant van 
een dystopie uit dan van een stralende toekomst.
Meerdere protestbewegingen die de laatste jaren ontstaan zijn hebben met 
elkaar gemeenschappelijk dat zij opstaan en gegroeid zijn door een 
hechte verbinding aan te gaan met de massa digitale technologieën en 
meer in het bijzonder met wat het Web 2.0  is gaan heten [1]. Daardoor 
hebben deze (‘nieuwe’ sociale -) bewegingen zichzelf van meet af aan als 
massa bewegingen beschouwd. Het is dan ook geen toeval dat er in sommige 
kringen het etiket ‘het volk van het Internet’ voor die bewegingen in 
zwang raakte. Het ‘volk van het Internet’ zou dan ook verbonden zijn 
door zijn geloof in de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid van 
meningsuiting is trouwens ook de mantra geworden ten dienste van de 
voortdurende uitbreiding van de communicatie stromen waarop de groei het 
hele ‘netwerk der netwerken’ gebaseerd is. De antieke gedachte rond de 
parresia (oftewel ‘alles zeggen’) heeft zich gemetamorfoseerd in de 
verplichting om online helemaal met de billen bloot te gaan.
Terwijl buiten de economisch crisis zich in alle hevigheid ontvouwt zien 
de ‘2.0 sociale bewegingen’ zichzelf als de meerderheid, de ’99%’, de 
burgers die door de politiek verweesd zijn en die hun toevlucht hebben 
gevonden in het Web 2.0  Er wordt dan een bepaalde opvatting van 
gelijkheid gepropageerd, die gesymboliseerd wordt door het dragen van 
Guy Fawkes maskers (naar een 16e-eeuwse Rooms-Katholieke Engelse 
samenzweerder, uitgebeeld in het stripverhaal ‘V voor Vendetta’ van 
Allan Moore, en de filmversie ervan door de Wachowski zusters). Maar dit 
gebeurt wel ten koste van een cultuur die een diversiteit van 
identiteiten behelst. Het voornaamste doel van deze meerderheid van 
‘verontwaardigden’ (‘Indignados in het Castiliaans) is het afschaffen 
van staats-techno-bureaucratieën die - en vaak terecht - voor een 
corrupte en vriendjespolitiek bedrijvende elites worden gehouden met er 
boven een trojka bestaande uit de Europese Centrale Bank, het 
Internationale Monetaire Fonds en de Europese Unie, allemaal instanties 
die de dienst uitmaken en de burgers onderdrukt.
Veel van deze bewegingen roepen om het hardst dat deze instituties onder 
de controle van het volk gebracht dienen te worden, en dat blijft niet 
helemaal zonder effect. Hun argument: wij zitten allemaal indeelde 
schuit! Maar daarnaast pepert Google ons al jaren in dat de digitale 
democratie tot stand komt via filters en algoritmen die het mogelijk 
maken om de mening van de meerderheid vast te stellen. Het was dus te 
voorspellen dat de dag zou komen waarbij een met dit nieuwe inzicht 
voorziene _networked society_ een veel politiekere betekenis aan dit 
mechanisme zou verlenen.
En daarmee zitten wij nu twee keer verder van het licht verwijderd dan 
de slaven in Plato’s verhaal van de grot! Het is duidelijk dat de 
invalshoek van de sociale bewegingen met een ernstige ongerijmdheid 
behept is, namelijk techno- bureaucratieën van de overheid omver te 
willen werpen met de hulp van digitale techno-bureaucratieën waarvan de 
wijze van functioneren zo mogelijk nog ondoorzichtiger is. Laten wij 
niet vergeten dat de Centrale Europese Bank zijn macht voornamelijk op 
basis van zijn technische competentie heeft opgebouwd.
Wij zien ook dat de efficiëntie-cultus zich ook danig laat gelden bij 
zogenaamde 2.0 bewegingen. “Objectieve” IT-mechanismen zouden in die 
perceptie borgen voor participatie en transparantie. In het Grote 
Verhaal van het Internet wordt deze gezien als de factor die de 
klassieke problemen van de democratie (integriteit van regerenden en 
geregeerden, daadwerkelijk deelname van het volk aan het politieke 
leven, enz.) zal oplossen - en dat zonder ze rechtstreeks te hoeven 
confronteren.
Ondanks hun claim horizontaal te zijn, vervallen deze beweging vaak 
genoeg in hiërarchische organisatievormen. Enkele pioniers onder hen 
zijn zo ver dat zij het gebruik van open source, en zelfs van free 
software gaan praktiseren, maar niettemin blijft de wijze van produceren 
en distribueren van digitale tools gebaseerd op het aloude industrieel 
model. De netwerk infrastructuur is namelijk alles behalve vrij en 
democratisch. Het is dan ook moeilijk om zich voor te stellen hoe het 
gebruik ervan uit zichzelf zou leiden tot meer vrijheid en democratie.
Democratie is namelijk geen verzameling van regels code, en zeker geen 
software programma. Er bestaat geen programma, en ook geen programmeur 
die het functioneren van het democratisch systeem kan verbeteren door 
achter diens ‘bugs’ aan te gaan. Dit is echt een opvatting die op z’n 
kop moet! Het heeft geen zin om het Winterpaleis van de stadsmachine te 
bestormen met behulp van de achterhaalde methodes van de representatieve 
democratie, met als enig gevolg het verkiezen van clowneske 
parlementariërs en andere ‘volksvertegenwoordigers’ in een tweede kamer, 
centrale bank, of andere internationale organisatie. Okee! De kracht van 
het netwerk zit ‘m juist in de marges, in de grensgebieden, de 
rafelranden. Alleen een lokale aanpak, die elke schaal-logica achter 
zich laat is in staat om een nieuwe technologische paideia in te voeren 
die het mogelijk maakt om de afstand tussen kennis en technisch vermogen 
te overbruggen. Je moet het menigvuldige opbouwen, niet naar een 
meerderheid positie streven. Gilles Deleuze en Felix Guattari schreven 
het al in hun introductie tot
Mille Plateaux :

Het menigvuldige, die moet je _maken_ , niet door steeds een nieuwe, hogere dimensie aan toe te voegen, in tegendeel, je moet het eenvoudig maken vanuit soberheid, vanuit het nivo van de dimensies die men al ter beschikking heeft. [2]
Alleen door dagelijkse micro-politieke praktijken kunnen individueel het 
met elkaar eens worden en elkaar gaan vertrouwen, niet door het aan 
techno-bureaucratische systemen uit te besteden. Elke individu moet ten 
alle tijden een veelzijdige persoonlijkheid behouden die niet terug te 
voeren is op een specifieke manier van doen. De politieke beslissing die 
wij hoognodig moeten nemen bestaat uit het opbouwen van netwerken van 
vertrouwen (‘networks of trust’) als tegenhanger van ‘social networks’ 
(a la Facebook, LinkedIn etc.).
Dit is de reden waarom wij niet verleid moeten worden door de vraag naar 
kant en klare alternatieven, oplossingen die het meteen, voor iedereen 
doen - en dan nog perfect werken ook. Er is gewoon, qua grote en 
vermogen, geen alternatief denkbaar voor Google en Facebook. En zou die 
er wel zijn, dan zou het gewoon een tweede Google/Facebook zijn.
Wat wij dus nodig hebben is een veelvoud aan lokale alternatieven, die 
binnen hun eigen context werken en waar de verantwoordelijkheden 
duidelijk liggen. Wij moeten breken met achterhaalde ideeën van ‘hoe 
groter hoe beter’ en over groei tot aan de hemel. En om dezelfde reden 
herhalen wij nog eens dat radicale transparantie ons niet vrij zal 
maken.
Wij keren ons dan ook tegen de gedachte die Julian Assange uitte toen 
hij verklaarde dat in de naaste toekomst er slechts een tech-elite van 
rebellen in vrijheid zal leven, “gelijk intelligente ratten die in de 
Opera rondwandelen” [3] Dit is namelijk niets anders dan een ander 
gezicht van de overheersing informatica. De _arete_, de kwaliteit van 
het netwerk heeft niets te zoeken bij de ‘heerschappij der nerds’ 
(a.k.a. ’nerd supremacy’), die zich immers kennelijk heel goed kan 
vinden met het anarcho-capitalisme. Zij is gebaseerd op het uitzoeken 
naar de grenzen, zowel in ethisch als in technisch opzicht, en stoelt 
dan daarop zijn sociaal overwicht. Aan elites en avant-gardes hebben wij 
geen enkele boodschap! Laten wij liever een jacht-roedel vormen 
waarbinnen een elk z’n eigen parkoers kan uitstippelen en toch lid van 
de groep blijft. In de woorden van Elias Canetti:
“In de roedel die van tijd tot tijd vanuit de groep gevormd wordt en die 
met de grootst mogelijke kracht de eenheid daarvan tot uiting brengt, 
kan een individu zich nooit zo volledig verliezen dan een modern mens 
dat doet in een welke massa dan ook. Binnen de alsmaar veranderende 
samenstelling van de roedel, binnen  diens dansen en veldtochten zal het 
altijd _aan zijn eigen kant_ blijven. Het zal ‘in’ zijn, maar ook meteen 
daarna aan de rand ervan, en aan de rand ervan, en meteen daarna weer 
‘in’. Wanneer de roedel een cirkel rond het vuur maakt, zal het individu 
een buur aan zijn rechterkant en een buur aan zijn linkerkant aan 
treffen, maar geen in de rug: die blijft namelijk vrij en ongedekt, naar 
de wilde natuur toe.”
(wordt vervolgd - volgende aflevering:
Een ontologische benadering
Urbi et Orbi)


. . . . . . . . .
[*]
WKPD: https://en.wikipedia.org/wiki/Bedtime_for_Democracy
YTBE: https://www.youtube.com/watch?v=5y242kLBcnU
(check also out the funky disc/exp/lainer …)

[**] Gedurfde interpretatieve vertaling. Maar het woord subjectiviteit, nogal populair in contemporaine Franse filosofische geschriften - en dan niet in de zin van de gebruikelijke tegenstelling ‘subjectief’ vs ‘objectief’ - is een absoluut favoriet van Ippolita. Een wat simpeler weergave komt erop neer dat bepaalde processen bepalend zijn voor de vorming van onze persoonlijke zienswijzen en dat deze tegenwoordig mede gevormd worden door en op het Internet.
[1] Dat woord is ontstaan aan het einde van de jaren 90. Het heeft een 
hoge vlucht genomen dankzij Tim O’Reilly’s machtige propaganda machine, 
met name de ‘Web 2.0 Conferences’  van O’Reilly Media in de jaren 2004 - 
2011.
[2]
Gilles Deleuze & Felix Guattari: Mille Plateaux, Paris, Minuit 1980 (oorspronkelijke editie) - citaat staat op p13. Engelse vertaling: A Thousand Plateaus, University of Minnesota Press, 1987
https://en.wikipedia.org/wiki/A_Thousand_Plateaus

[3] Julian Assange, with Jacob Applebaum, Andy Müller-Maguhn & Jeremy Zimmermann : Cypherpunks, Freedom and Future of the Internet, OR Books, 2012.
http://www.orbooks.com/catalog/cypherpunks/
https://en.wikipedia.org/wiki/Cypherpunks_(book)
______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).