Patrice Riemens on Sun, 17 Jul 2016 21:17:01 +0200 (CEST) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
[Nettime-nl] Ippolita Collectief: Internet: De democratische Illusie II-03 |
Maar ze vertelden mij iets belangrijker, die de lezer gerust moet stellen bij het vernemen van wat velen van jullie als 'oude koek' zullen ervaren: het boekje is geschreven voor 'Henk z'n schoonmoeder en Ingrid d'r schoonmaaktster' als het ware. Het probeert dus het zo eenvoudig, begrijpeleijk, en vooral basaal te houden.
Wij ploegen ondertussen voort. Vertalen gaat altijd langzammer dan je denkt, en het close-readen die daarbij gepaard gaat doet soms af aan de positieve beleving van een text ...
Bij de vorige aflevering ontbrak oevrigens de noot, sorry. Bij deze: --------------- [*] https://en.wikipedia.org/wiki/Autopoiesis (no surprise - ‘tiz het Varela-Matsurana dinges -P) --------------- Ippolita Collectief Internet: De Democratische Illusie. Hoofdstuk II “Het Internet is democratisch en vrij!” Niet waar! (vervolg van II.02) Het Internet is niet hetzelfde als het WebInternet en Web zijn niet hetzelfde, het laatste vertegenwoordigd slechts een van de verschijningsvormen van het Internet, al is het wel de meest bekende ervan. Het Web stelt ons in staat om op een oceaan van inhouden dat zich alsmaar uitbreidt te ’surfen’, wat wij op ons browser(s) doen door van de ene hypertest link naar de andere te springen.
Om goed het Web van het Internet te kunnen onderscheiden moet men goed begrijpen wat de verschillende protocollen zijn waaruit het Internet samengesteld is. In een informatica netwerk is een protocol een verzameling van zo precies, strak en helder mogelijk geformuleerde regels die omschreven zijn in specifieke technische documenten, RFC geheten (voor ‘Request for Comments’ - waarbij een grof consensus over die ‘comments’ de regel wordt) en die communicatie tussen verschillende machines mogelijk maakt. Het protocol dat het Web regent heet HTTP, voor Hyper Text Transfer Protocol. De eerste versie hiervan ontstond in 1991, maar de eerste web-pagina’s ‘verschenen’ pas een aantal jaren later, in 1996 [*]. Om te onthouden: alles wat niet op HTTP runt maakt _niet_ deel uit van het Web. Dit geldt bijvoorbeeld voor Skype, BitTorrent, FTP enz. Deze maken deel uit van het (grote) Internet, en worden gerund door de reeks programma’s die bekend staat onder de naam TCP/IP (voor Transmission Control Protocol/Internet Protocol), en dat dateert al van 1975 [**].
Protocollen werken gelagerd, en de gebruiker ziet alleen maar de laatste laag, HTTP in het geval van het Web. Niettemin zijn alle lagen wel degelijk actief, en dit vanaf de materiële grondlaag: de kabels, de radio-verbindingen, opties fiber, enz. En zo tot op de laag die maakt dat dingen zichtbaar worden op het scherm. Men zou het Web kunnen vergelijken met een envelop, een omhulsel die alle net-protocollen omvat en ons in staat stelt deze eenvoudig en probleemloos te gebruiken, zonder dat wij ons rekenschap hoeven te geven van wat zich binnen allemaal afspeelt.
Klinkt dat ingewikkeld? Nou reken maar! En misschien is het nog ingewikkelder dan men het zich meestal inbeeldt. De beschrijving die wij net gaven zou in ieder geval voldoende moeten zijn om te begrijpen dat het te simpel is om het Internet te beschrijven als alleen maar een complex van interacties tussen talloze protocollen en menselijke wezens met alle dingen die zij tot uitdrukking willen brengen. Daar hoef je niet echt technisch ingevoerd voor te zijn.
De ‘netwerk samenleving’ als massa-fenomeen is door het Web mogelijk gemaakt, door het gebruiksgemak van het HTTP protocol en van de diensten die er uit voortvloeien: browser eerst, dan zoekmachines, en tenslotte de platforms die de ‘sociale media’ vormen. En het heeft maar ietsje meer dan twintig jaar geduurd voordat bijna alle software - althans al wat door het grote publiek gebruikt wordt - vervangen wordt door de eerder genoemde _Web apps_ .
Laten we niet vergeten dat de personal computer als zodanig achterhaald werd vanaf het moment dat iedereen zijn meest persoonlijke bestanden op het Web kon stallen - foto’s, video’s, chat-sessies, files, noem maar op. Begin 21e eeuw hadden gebruikers nog moeite om te begrijpen hoe files en folders precies werkten. Maar vandaag zijn die allemaal de wolken van het _Cloud Computing_ in verdwenen. De meeste gebruikers weten bijna niets over hoe al die online inhouden her en der verspreid worden. Is er iemand die kan vertellen waar precies in de ruimte onze mails allemaal opgeslagen liggen? In elk geval niet op de computer thuis, of althans niet alleen maar daar.
Heden ten dage dient de hardware bijna alleen nog maar om op het Web te komen en toegang te krijgen tot de diensten die er deel van uitmaken. Men kan tegenwoordig dan ook (vrijwel) alles online doen: een text verwerken of ge-streamde video’s bekijken. Wij “bezitten” niets meer, we zijn alleen nog maar alles aan het ‘delen’ met grote multinationale ondernemingen die met elkaar op de communicatie en informatie aan het concurreren zijn. Die laatsten stellen ons een hele keur aan diensten ter beschikking waarvoor wij geen eene cent voor hoeven uit te geven. Voor de meerderheid van de gebruikers is de informatica dan ook verdampt in de ondraagbare lichtheid van het Cloud Computing.
Dit is de reden van de verwarring rond Web en Internet en waarom me ten onrechte beide woorden gebruikt alsof ze een en hetzelfde zouden aanduiden.
Het Internet (dus niet alleen het Web) heeft heersers: Micro$oft, Amazon, Google, Apple, Facebook, en zo nog wat meer. Deze bedrijven zijn eigenaars van de broncodes die wij dagelijks gebruiken, van de informatie die wij online zetten, en ook van de gesalarieerde menskracht die nodig is om al deze systemen dag in dag uit draaiende te houden. Daarboven moet men al die bijdrages optellen die wij als gebruikers om niet leveren. Maar wat vooral de aandacht verdient, is dat is dat deze nieuwe bazen van de digitale wereld een bepaalde mentaliteit, een bepaalde kijk op de wereld, hebben geschapen. Geen dag gaat voorbij of zij ‘de Blijde Boodschap’ van het Web 2.0 prediken. Twintig jaar na het ontstaan van de Eerste Web zijn wij aanhangers geworden van een nieuwe religie, waarvan wij totaal niets weten over oorsprong en opzet, maar waarvan wij de eredienst wel elke dag trouw en nauwgezet belijden.
Wij hebben ons aan alle interfaces aangepast, hoe buitenissig ook, net zoals wij geen kik meer geven bij het aanzien van alle reclames. Allerlei diensten zijn voor ons dagelijkse kost geworden. Wij hebben ook nieuwe waardigheden opgebouwd: onze vingers zijn voortdurend toetsen aan het indrukken, op keyboards, mobile telefoons en op tablets die alsmaar kleiner worden. Maar vuile handen maken in navolging van het bekende hackers credo over de ‘hands on imperative’ … Ho maar!
“Democratie werkt op het Web!”De web-indexering zoals gepraktiseerd door Google mag een schoolvoorbeeld van grondige kwade trouw worden genoemd. Daar de explosieve groei van de allerbekendste zoekmachine niet samenvalt met die van het Web moeten wij even ons aandacht vestigen op diens grondbeginselen om beter zicht te krijgen op wat zich in de coulissen afspeelt. Wij bedoelen hiermee kijken naar Google’s essentiele kenmerken en fundamentele eigenschappen.
De gedachte dat machines in staat zouden zijn democratie en vrijheid te garanderen komt voort uitzet geloof in een ‘mathematische’ objectiviteit. Velen berusten erin dat de ‘Gigant uit Mountain View’ [1] het hele Web behelst, juist omdat het zo reusachtig is. De button “I’m Feeling Lucky” - op Google.nl “ik doe een gok” - zou ons zelfs rechtstreeks naar precies die pagina die wij zoeken moeten leiden [***] Niet te geloven! Op die manier wil Google ons diets maken dat het onze Internet zoek-behoeften en wensen meteen begrijpt en ook meteen kan vervullen.
De “I’m feeling Lucky” button geeft een goed beeld van de voorspellende pretenties van Google. Maar de ‘religie’ die daaruit voortspruit herbergt wel een conceptuele ‘bug’, een basale weeffout. Het claimt dat zijn wereld-ordende algoritme objectief en democratisch is. Het vierde van de 10 ‘fundamentele principes’ van Google luidt dan ook “de democratie op het Web werkt” [2]. Het _Page Rank_ algoritme rangschikt websites naar hun belangrijkheid door het aantal inkomende links voor elke wegpagina te meten. Het zoekresultaat is de uitkomst van een berekening tussen aantal connecties en relevantie t.o.v. het onderwerp. Hoe meer een node geconnecteerd is, hoe hoger deze op de ranglijst komt te staan, en dus zichtbaarder wordt. Google spreekt in termen van een ‘stem’ (zoals bij een verkiezing). Een wegpagina waar veel ‘stemmen’ naar toe gaan, d.w.z. naar welke veel links verwijzen bouwt zonder meer een voorsprong in het klassement op.
Als je democratie opvat als de resultante van ‘kijkcijfers’ en andere ‘popularity contests’ gemeten d.m.v technologische filters, dan is Google zonder twijfel een ‘elektronische democratie’. De redenering die hier achter steekt is dat een mathematisch algoritme zoals Page Rank een technologisch object is, en derhalve niet kan liegen: het oordeelt niet en het wordt ook niet beïnvloedt door een ideologie, welke dan ook. Het jammere is alleen dat het mechanisme zelf dubbel en dwars ideologisch is. Ten eerste omdat het ervan uit gaat dat een technologie, qualitate qua, goed zou kunnen zijn. En ten tweede volgt het het dictaat van de spektakel maatschappij die bepaalt dat hoe bekender men is, des te beroemder men wordt. Google legitimeert ‘wetenschappelijk’ dat de relevantie van zijn resultaten hoog is omdat de inhouden die het aanwijst sterk met anderen ’geconnecteerd’ zijn. Op die manier zal Paris Hilton altijd beroemder zijn dan Angela Davis: Paris is nu al beroemder dan Angela, dus zal ze alsmaar beroemder blijven dan Angela. Maar in wezen gaat het alleen maar om twee regels code.
(wordt vervolgd. Volgende aflevering: De republiek der algoritmen) ............................[*] Een mooie ontstaansgeschiedenis van het Internet, met uitleg van het hoe en waarom van die protocollen verscheen recentelijk in de Guardian:
https://www.theguardian.com/technology/2016/jul/15/how-the-internet-was-invented-1976-arpa-kahn-cerfDe geschiedenis van het Web door de organisatie waar het ontstond (CERN, in Geneve): http://home.cern/topics/birth-web
HTTP uitvoerig uitgelegd in Wikipedia (een refresher is altijd leuk ;-) https://en.wikipedia.org/wiki/Hypertext_Transfer_Protocol [**] en weer het wikipedia uitleg: https://en.wikipedia.org/wiki/Internet_protocol_suite[1] Mountain View is een gemeente binnen ’Sillicon Valley’, de bijnaam van de strook ten oosten van San Francisco waar zeer veel onderzoekscentra en bedrijven uit de ‘nieuwe IT economie’ zich in de loop der jaren gevestigd hebben, o.a. Google.
[***] Al toen ik Ippolita’s Google boek vertaalde (The Dark Side of Google)
http://networkcultures.org/blog/publication/no-13-the-dark-side-of-google-ippolita/had ik moeite met die nadruk op de ‘Lucky Button’, o.a. omdat het op de Nederlands-talige site gebruikte “ik doe een gok” volgens mij beter recht doet aan het aleatorisch karakter van die greep - zij het, natuurlijk, dat Google wel degelijk inzet op zoveel mogelijke ‘holes in one’ bij de gebruikers. De Franse versie “J’ai de la chance” is zo mogelijk nog sulliger dan het Engelse “I’m Feeling Lucky”. Een vergelijkend linguïstisch onderzoek naar al die varianten zou natuurlijk leuk zijn maar ik heb daar even geen tijd voor. Wel zag ik een funkie videoclip:
https://www.youtube.com/watch?v=hE-KA1RTYQ8 (‘Google I’m Feeling Lucky Tips’) [2] ‘Google: Ten things we know to be true’: https://www.google.com/about/company/philosophy/ ______________________________________________________ * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet * toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een * open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek. * Meer info, archief & anderstalige edities: * http://www.nettime.org/. * Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).